Uit het leven van…. Een familiemediator Deel 2

Deze keer een verhaal over een echtpaar dat twee zoons van 14 en 16 jaar heeft. Een van deze zoons heeft PDD-NOS. PDD- NOS is de afkorting van Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified, een Engelse naam voor stoornissen die worden gerekend tot de pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Pervasieve ontwikkelingsstoornissen is de overkoepelende naam voor stoornissen waartoe ook het autisme behoort, de autismespectrumstoornissen (ASS).

De term PDD-NOS wordt gebruikt voor kinderen met sociale en communicatieve problemen zoals men die ziet bij autisme.

Bij kinderen met PDD-NOS ontwikkelen het sociale begrip en de sociale intuïtie zich zeer moeizaam. Dat maakt hen vaak onzeker en angstig. Ter voorkoming van deze angst houden zij zich graag vast aan bekende regels en patronen. In hun interesses kunnen ze zelfs rigide en dwangmatig zijn. De problemen uiten zich bij een kind met PDD-NOS verschillend per leeftijd. De problemen worden groter naarmate het kind meer in de buitenwereld gaat functioneren.

Het echtpaar, Karel en Suzanne, heeft een aantal jaren geleden al besloten om niet langer bij elkaar te willen blijven. Omwille van de kinderen zijn ze toch nog een aantal jaar in hetzelfde huis blijven wonen. Inmiddels heeft Suzanne een nieuwe relatie waar ze graag mee verder wil. Het moment is nu dan toch aangekomen om de echtscheiding te formaliseren en af te ronden. Ze weten echter dat het voor hun zoons (en dan met name voor hun zoon met PDD-NOS) een ingewikkelde en grote verandering zal zijn. Ze willen graag advies hoe ze hier het beste mee om kunnen gaan.

In het geval van Karel en Suzanne bleek het financieel mogelijk dat Karel in de woning zou blijven wonen. Suzanne kon een huurwoning niet ver bij de oorspronkelijke woning vandaan huren. Er werd besloten dat de jongens niet zouden verhuizen. Zij zouden in de oorspronkelijke woning blijven wonen en hun kamers en de woning zouden in de oorspronkelijke staat blijven. Op die manier zou er zo min mogelijk (uiterlijke) verandering zijn in het dagelijks leven van de jongens. Karel en Suzanne gingen op een vriendschappelijke manier met elkaar om wat maakte dat er veel overleg mogelijk was. Suzanne zou nog regelmatig in de oorspronkelijke woning aanwezig zijn en de jongens waren ook vrij om naar haar huis toe te gaan wanneer ze dat wilden. In het begin moesten de kinderen nog behoorlijk wennen aan het feit dat hun moeder niet meer als vanzelfsprekend in huis was. Maar uiteindelijk was het belangrijkste voor de kinderen toch dat de ouders geen strijd en ruzie hadden, goed konden overleggen, dicht bij elkaar in de buurt woonden en dat zij gewoon in hun eigen vertrouwde huis en kamer konden zijn wanneer ze dat wilden. Ze zijn beiden op een leeftijd dat ze zelfstandig van de ene woning naar de andere woning konden gaan, en dat deden ze dus ook. En op het moment dat ze behoefte hadden aan rust dan konden ze zich terug trekken in hun eigen vertrouwde kamer.

Vooral het goede overleg, de duidelijkheid naar de kinderen en het goed naleven van de afspraken werkte goed voor dit gezin. Ook al betekende dat in dit geval dat Suzanne de jongens minder dan ze zou willen om zich heen had. Ze realiseerde zich echter heel goed dat voor nu deze oplossing het beste was voor de kinderen.